Disclaimer: This essay is provided as an example of work produced by students studying towards a sciences degree, it is not illustrative of the work produced by our in-house experts. Click here for sample essays written by our professional writers.

This content is to be used for educational purposes only and may contain factual inaccuracies or be out of date.

Onze genetische identiteit

Paper Type: Free Essay Subject: Sciences
Wordcount: 3161 words Published: 1st Jan 2015

Reference this

Inleiding

‘In de laatste tien á vijftien jaar hebben de moleculaire biologie, de genetica en genomics onderzoeken ervoor gezorgd dat het mogelijk is om inzicht te krijgen in het menselijk genoom’ (Fujimura et al, p. 644). Di was een enorme doorbraak voor de wetenschap. Aan de hand van deze kennis kon men belangrijke onderzoeken uitvoeren. Onder andere onderzoeken met betrekking op de geneeskunde. Zo probeerde onderzoekers ‘genen te vinden die codeerden voor een bepaalde afwijking of ziekte’ (Keita, 2004, p.17). Niet alleen de medische kant was in trek, men vond het ook interessant om met behulp van deze kennis onderzoeken te doen naar de geschiedenis van de mens, naar de demografie. Door deze onderzoeken kan het verschil gevonden worden tussen populaties waardoor de ‘afstamming’, oorsprong, uiteindelijk bekend gemaakt kan worden. Het blijkt dus dat het interessant is om onderzoek te doen naar de genetische diversiteit tussen personen die in populaties leven en tussen diverse verschillende populaties.

Zoals eerder genoemd komen we door de kennis van het genoom steeds meer te weten over genen die coderen voor een bepaalde ziekte of eigenschap. Deze genen kunnen overerven (Buys, p.33) door middel van polymorfismen, die in een haplotype overerven (p. 32). Opvallend is dat ‘ er vaak blijkt dat er een biologisch significant verschil bestaat tussen volkeren en etnische groepen in gevoeligheid voor bepaalde ziekten en de werking van medicijnen’ (Risch et al., 2002, p.3). Men probeert er achter te komen welke genen coderen voor een bepaalde ziekte en kijkt of er diversiteit in genen is tussen etnische groepen. De kennis van de diversiteit in genen is dus nuttig voor medische diagnoses en behandelingen (Risch et al., 2002, p.3-4). Op den duur kan men misschien wel persoon- of ‘ras’-specifieke behandelingen of medicijnen ontwikkelen.

Get Help With Your Essay

If you need assistance with writing your essay, our professional essay writing service is here to help!
Find out more about our Essay Writing Service

Wat belangrijk is voor onderzoeken naar diversiteit tussen populaties is om duidelijk aan te geven op grond waarvan men in een bepaalde populatie, etnische groep, thuis hoort. ‘Vooral in Amerika wordt hiervoor nog steeds gezocht naar een optimale strategie’ (Risch et al., 2002, p. 1). Het meest voorkomende woord voor het classificeren van mensen is het woord ‘ras’. Dit wordt nu dan ook door velen gezien ‘als het natuurlijk, genetisch bepaalde systeem om mensen te classificeren’ (p.2).

‘Technologische ontwikkelingen hebben inmiddels een stadium bereikt waarin de grens tussen mens en techniek steeds dunner wordt. Technologie grijpt steeds dieper aan op de menselijke natuur’ (Verbeek, 2009, p.56). De filosoof Sloterdijk probeert uit te leggen wat de relatie is tussen mens en techniek en die kan omschreven worden door twee begrippen: sferen en antropotechnieken’. Volgens Sloterdijk heeft de mens zich zo ontwikkeld dat zij de natuur om haar heen heeft aanpast aan haarzelf om overal te kunnen leven (p.2) ‘De aanpassing in de natuur heeft als gevolg dat er nieuwe technieken nodig zijn om mensen te domesticeren in deze nieuwe ruimte. De technieken die daarvoor zorgen zijn een voorbeeld van antropotechnieken’ (Sloterdijk, 2001, p.229). Onder antropotechnieken verstaat Sloterdijk ‘alle ordeningen, technieken, rituelen en gewoonten waarmee mensengroepen hun symbolische en disciplinaire vorming zelf ter hand hebben genomen’ (Sloterdijk, 2001, p. 1). Sferen duidt Sloterdijk aan als ‘zelfgecreëerde binnenruimtes. De mens zou hun leven permanent doorbrengen in deze niches’ (p. 230). Sloterdijk heeft zich onder andere bezig gehouden met de manier waarop de mens zich domesticeert en verbetert in verband met gentechnologie (Lemmens, 2008, p.244). Er ontwikkelen steeds meer nieuwe technieken. Deze zorgen voor nieuwe manieren van ingrijpen in de menswording. Gentechnologie is één van deze nieuwe antropotechnieken. Dus er kan nu wel gezegd worden dat we ‘in plaats van de mens te temmen met teksten, we inmiddels in staat zijn mensen te kweken en te telen met nieuwe antropotechnieken’ (Verbeek, 2009, p.56).De begrippen sferen en antropotechnieken van Sloterdijk kunnen waarschijnlijk een verklaring geven voor de opkomst van het woord ‘ras’ in de medische wereld. Naar deze relatie zal dan ook in dit essay worden gezocht. Mijn vraagstelling is daarom: kun je de opkomst van ‘ras’ in de medische wereld als een voorbeeld zien van Sloterdijk zijn theorie?

Rassen en classificaties

Een van de eerste grote genome onderzoeken was het Human Genome Project (HGP), die van start ging in 1988. Het doel van dit grote project was om het hele menselijk genoom te ontrafelen. ‘Alle menselijke genen moesten geïdentificeerd en gelokaliseerd worden om de relatie tussen genen  en menselijke eigenschappen in kaart te brengen’ (Rose, 2007, p.149). Door de steeds betere en fijnere technieken komt men er achter dat er ook genetische verschillen bestaan tussen mensen onderling. Maar lang geleden kwam men er ook al achter dat er ook andere verschillen waren tussen mensen. Nog ver voor de gentechnologie werden mensen namelijk ingedeeld bij bepaalde ‘rassen’ op basis van uiterlijke kenmerken. Haar, huidskleur en bepaalde kenmerken in het gezicht waren de eigenschappen die bepalend waren. Het was makkelijk om mensen op deze manier in te delen want het was voor iedereen meteen duidelijk. Maar hoe begon het dat mensen bij bepaalde rassen werden ingedeeld? En wat was het belang hiervan?

Hoe worden mensen ingedeeld bij bepaalde rassen en waarom:In 1758 schreef de bioloog Linnaeus een boek genaamd: Systema Naturae, waarin hij de mens in vier ‘groepen’ verdeelde op basis van uiterlijke en karakteristieke kenmerken. Na Linneaus, legde de antropoloog Blumenbach ‘verband tussen het antropologische en het etnologische discours. Hij maakte een classificatie van vijf mensenrassen (variëteiten)’ (Vermeulen, 2008, p. 295). Hij was de eerste die het woord ‘ras’ gebruikte. Steeds meer onderzoekers gingen met zijn criteria aan de slag en gebruikten ook het woord ‘ras’ .Deze voorbeelden bevestigen dus dat mensen al vroeg ingedeeld werden bij bepaalde groepen op basis van uiterlijke kenmerken.Het is echter lastig om goede argumenten te vinden die aantonen waarom mensen in groepen ingedeeld werden. Het meest voor de hand ligt dat ‘groepering’  evolutionaire belangen had. Wanneer er een conflict plaats vond tussen bepaalde volkeren kon men iedereen op basis van uiterlijke kenmerken meteen bij een bepaald ras plaatsen. ‘Het categoriseren van mensen zorgde dus voor een betere overlevingskans’ (Vermeulen, 2008, p. 293). Tegenwoordig, sinds de gentechnologie, worden mensen bij bepaalde rassen ingedeeld op basis van genetische eigenschappen en niet meer van uiterlijke kenmerken.

Ten alle tijden is er een ophef geweest over het gebruiken van het woord ‘ras’, dit komt met name door de tweede wereld oorlog, joden werden gezien als een verkeerd ras. Na de tweede wereldoorlog is er een programma opgezet door de organisatie UNESCO, die het idee van ‘ras’ weg wil hebben. Ras blijft dus een lastig woord. Dit blijkt uit een artikel van Kaplan et al. (2003). In dit artikel wordt uitgelegd waarom ‘ras’ lastig is. De conclusie is echter dat het woord  ‘ras’ suggereert dat het een biologische basis voor sociale gestructureerde categorieën is. Daarom nam men na de tweede wereld oorlog ‘ras’ weer voorzichtig in de mond. Dus na de tweede wereldoorlog en sinds de gentechnologie worden termen als ‘ras’ weer meer gebruikt en worden mensen dus in rassen ingedeeld. Vooral in de medische wereld is dit terug te zien. Maar zijn deze woorden wel geschikt om mensen te classificeren en hoe komen classificaties tot stand?

Hoe komen classificaties tot stand komen: In het westen definieerden historici en onderzoekers dat ‘ras’ hetzelfde was als menselijke biologische variatie . Vooral Europeanen vonden dit en daarom konden mensen volgens hen in rassen worden ingedeeld. Dat biologische variatie hetzelfde zou betekenen als ‘ras’, kwam onder andere doordat men constant het woord ras gebruikte. Hierdoor begon iedereen uiteindelijk te geloven dat ras gelijk gesteld was aan biologische menselijke diversiteit. Dit had vele gevolgen, want  tegenwoordig wordt in de medische wereld ‘het woord ‘ras’ gezien als het natuurlijk, genetisch bepaalde systeem om mensen te classificeren’ (Risch, 2002, p.2). Mensen worden in de medische wereld geclassificeerd omdat ze rassen willen gebruiken om een zo precies mogelijke behandeling toe te passen, door middel van ras specifieke medicijnen bijvoorbeeld.

Classificaties zijn dus in de loop van de tijd ontstaan en de gentechnologie heeft hier een grote invloed op gehad. Nu men weet dat ‘ras’ zowel sociaal als biologische geïnterpreteerd wordt gaan onderzoekers hiermee aan de slag.

Ras en classificatieMaar is ras nou het juiste middel om mee te classificeren? Dit is een lastige kwestie waar nog steeds heel veel ophef over bestaat. Zelf denk ik dat ras niet juist is om mee te classificeren omdat het moeilijk is om een grens te trekken. Wanneer hoor je nou precies bij een ras? Een belangrijk kritiekpunt vind ik dat er uit meerdere onderzoeken is gebleken dat ‘de genetische variatie binnen een ras veel groter blijkt te zijn dan de genetische variatie tussen rassen onderling’ (Kaplan et al., 2003, p.2711). Hoe kan je dan nog van rassen spreken?Verder, zoals hierboven al een beetje beschreven, vraag is me af wanneer je nou precies bij een ras hoort. Als we kijken naar bijvoorbeeld halfbloedjes, bij welk ras horen deze personen dan? In de medische wereld gebruiken ze dan ook wel zogenaamde subclassificaties, maar blijf je op deze manier niet bezig? Hoe kunnen ras specifieke medicijnen en behandelingen worden toegepast wanneer men niet precies weet bij welk ras diegene hoort?Deze vragen houden mij niet alleen bezig, maar nog veel meer onderzoekers. Jaarlijks worden hier duizenden artikelen over gepubliceerd.

Rasindeling als antropotechniek

In de inleiding van dit essay is uitgelegd hoe Sloterdijk de verstandhouding tussen mens en techniek ziet. Zoals bekend in biologie, hebben organismen veel invloed op de evolutie van hun eigen soort. Dit verklaart Sloterdijk doordat mensen in zogenaamde ‘sferen’ leven. Sferen zijn ‘zelfgecreëerde binnenruimtes die niches worden genoemd. Hij zegt dat de mens zijn leven permanent doorbrengt in deze niches’ (2001, p. 230) en hiermee kunnen mensen hun eigen omgeving construeren en de evolutie beïnvloeden, door de voorwaarden van de natuurlijke selectie te manipuleren (p. 231). Deze ‘niche-constructie is terug te zien bij onze voorouders, de homo sapiens’ (Lemmens, 2008, p.236).

‘Het creëren van deze ‘isolerende niches’ is voornamelijk een technische aangelegenheid’ (Lemmens, 2008, p. 241) waarbij antropotechnieken een rol spelen. Het is dus zo dat ‘de aanpassing in de natuur als gevolg heeft dat er nieuwe technieken nodig zijn om mensen te domesticeren in deze nieuwe ruimte. De technieken die daarvoor zorgen zijn een voorbeeld van antropotechnieken’ (Sloterdijk, 2001, p.229). Verder hebben de antropotechnieken voor ‘ontwildering’ van de mens gezorgd (Lemmens, 2008, p. 230). Samenvattend wil dit dus zeggen dat men door middel van zelf gecreëerde niches zich afscheidt  van de natuur, met behulp van techniek. Deze technieken noemt Sloterdijk zogenaamde ‘distantietechnieken’ (Lemmens, 2008, p. 241).

Nu we weten de omgeving op afstand wordt gehouden door deze distantietechnieken kunnen we spreken van zogenaamde isolatie. Het gevolg van de sferen en de distantietechnieken is dat er verschillende groepen ontstaan, die uiteindelijk ook op verschillende plekken gaan leven waar zij zich verder gaan ontwikkelen. Dus isolatie zorgt voor het ontstaan van nieuwe groepen, waardoor er uiteindelijk verschillende rassen zullen ontstaan (toen nog op basis van uiterlijke en karakteristieke kenmerken). In de loop van de tijd zijn de verschillen tussen deze rassen groter geworden. Volgens Peter Sloterdijk wordt ‘de genetische toestand van de mens geheel gekarakteriseerd door de bijna volledige uitschakeling van de natuurlijke ‘selectie (Sloterdijk, 2001).

Door de uitvindingen van nieuwe technieken, antropotechnieken, zoals als gentechnologie is het tegenwoordig mogelijk om deze rassen verder te onderzoeken aan de hand van het genetisch profiel. Uit recente onderzoeken blijkt dat er wel degelijk verschillen op genetisch niveau zijn en dat men van ‘groepen’ of ‘rassen’ kan spreken. Het opsplitsen van de gehele menselijke populatie bleek voor de medische wereld nuttig te zijn. Er bleek namelijk dat sommige rassen gevoeliger waren voor bepaalde ziektes dan andere rassen, waarbij ook nog verschillende genen gevonden werden die hier mogelijk een verklaring voor waren. Uit een onderzoek van Wallace et al (2008), blijkt dat er genetische verschillen zitten tussen rassen. In Amerika is prostaatkanker de op één na grootste doodsoorzaak bij mannen ouder dan veertig jaar (p.927). Wat daarbij opvalt is dat er een groot verschil is in sterftecijfer tussen verschillende geografische gebieden en etnische groepen (p. 928). Tegenwoordig dus gewoon rassen genoemd. Dat er verschillen zitten tussen bepaalde geografische gebieden wordt verklaard door de sferologie van Sloterdijk, zoals hierboven uitgelegd. Bij dit onderzoek van Wallace et al (2008), zijn specifieke genen gevonden die coderen voor prostaatkanker. Ook waren en genen die bij Afro-Amerikanen niet voorkwamen en bij Euro-Amerikanen wel of anders om, die te maken hadden met prostaatkanker.

Eén van de manieren op mensen te behandelen aan de hand van hun genetisch profiel wordt pharmacogenomics genoemd (Buys, 2007, p.44). Door de variaties in de genen te bepalen kan uiteindelijk een beter aangepaste medicatie worden toegediend (p. 43). Zo kunnen er dus ras specifieke medicijnen ontwikkeld worden zodat de gezondheidszorg vooruit kan gaan. We krijgen meer inzicht in ziekten, wat dus essentieel is om nieuwe behandelingen te ontwikkelen.

Conclusie

De vraagstelling van dit essay was: kun je de opkomst van ‘ras’ in de medische wereld als een voorbeeld zien van Sloterdijk zijn theorie? Hiervoor hebben we gekeken naar: hoe mensen bij bepaalde rassen werden ingedeeld, hoe classificaties tot stand komen en hoe rasindeling samen gaat met sferen en antropotechnieken van de filosoof Sloterdijk.Vroeger werden mensen dus ingedeeld om basis van uiterlijke kenmerken. In de loop van de tijd zijn er steeds meer nieuwe technieken uitgevonden, waardoor men mensen tegenwoordig ook op basis van het genetische profiel kan vergelijken. Deze gentechnologie zorgt voor bewijzen voor het bestaan van zogenaamde rassen. Door deze bewijzen begon iedereen uiteindelijk te geloven dat ‘ras’ gelijk gesteld was aan biologische menselijke diversiteit. In de medische wereld heeft men ontdenkt dat er vaak  uit onderzoeken blijkt dat er een biologisch significant verschil bestaat tussen volkeren en etnische groepen in gevoeligheid voor bepaalde ziekte. Hierdoor zullen op den duur ras-specifieke behandelingen ontstaan

Sloterdijk zegt dat mensen leven in ‘sferen’, dat zijn zelfgecreëerde binnenruimtes. Door middel van deze niches scheidt men zich af van de natuur met behulp van techniek. Antropotechnieken hebben voor ‘ontwildering’ van de mens gezorgd (Lemmens, 2008, p. 230). Hierdoor ontstaat er zogenaamde isolatie van groepen, waardoor uiteindelijk rassen zullen ontstaan. De diversiteit tussen de rassen zullen in de loop van de tijd steeds groter worden.

Terug kijkend naar hoe rassen zijn ontstaan, zijn geclassificeerd en waarvan uiteindelijk geprobeerd is om het begrip te bewijzen door middel van steeds nieuwere technieken kunnen we zeggen dat deze wijze een voorbeeld is van Sloterdijk zijn theorie. Bij de sferologie scheiden mensen zich namelijk ook af van de buitenwereld, doordat ze in zogenaamde niches leven. Deze niches zorgen dus voor een scheiding met de natuur met behulp van technieken, distantietechnieken. Distantietechnieken kunnen weer vergeleken worden met de hedendaagse gentechnologie, die de rassen probeert te bewijzen.

Dus ik vind dat de opkomst van ras in de medische wereld gezien kan worden als een voorbeeld van Sloterdijk zijn theorie over sferen en antropotechnieken.

LiteratuurlijstBuys, C., (2007). Van ziektebestrijding tot gezondheidsmanagement. De kennisrevolutie en de consequenties daarvan op de sturing van onze gezondheid.  R.Custers (red). Tussen Hype en hoop. Biomedische ontwikkelingen en hun impact op onze gezondheidszorg, p.21-45.

Fuijimura, J.H., Duster, T., Rajagopalan, R., (2009). Introduction. Race Genetics and Disease: Questions of Evidence, Matters of Consequence. Social studies of Science, 38, p. 643 -656.

Keita, S., Kittles, R.A., Royal, C.D., Bonney, G.E., Furbert-Harris, P., Dunston, G.M. et al. (2004). Conceptualizing human variation. Nature genetics supplement, 36, 11, p. 17-20.Kaplan, J.B., Bennett, T., et al. (2003). Use of Race and Ethnicity in Biomedical Publication. Jama, 289, p. 2709 – 2716.

Lemmens, P., (2008). Het unheimliche huisdier. Biotechniek en bio-ethiek in het licht van Sloterdijks radicaal-historische antropologie. Gedreven door techniek, p.228-249.

Risch, Neil, Esteban Burchard, Elad Ziv & Hua Tang, (2002). Categorization of Humans in Biomedical Research: Genes, Race, and Disease.  Genome Biology, 3, 7, p. 1-12.Verbeek, P., (2009). Technologie voorbij de mens: naar een antropologie en ethiek van het posthumanisme. Algemeen Nederlands Tijdschrift voor Wijsbegeerte , 101, 1, p. 56-64.Vermeulen, H.F., (2008). Early History of Ethnography and Ethnology in the German Enlightenment:

Anthropological Discourse in Europe and Asia, 1710-1808. PhD thesis University of Leiden,

Proefschrift Universiteit Leiden,p. 287-296.

Wallace, T.A., Prueitt, R.L., Yi, M., Howe, T., M., Gillespie, J.W., Yfantis, H.G. et al. (2008). Tumor Immunibiologica Differences in Porsta Cancer between Afriacan-American and European-American Men. Cancer Res, 68, 3, p. 927-936.

 

Cite This Work

To export a reference to this article please select a referencing stye below:

Reference Copied to Clipboard.
Reference Copied to Clipboard.
Reference Copied to Clipboard.
Reference Copied to Clipboard.
Reference Copied to Clipboard.
Reference Copied to Clipboard.
Reference Copied to Clipboard.

Related Services

View all

DMCA / Removal Request

If you are the original writer of this essay and no longer wish to have your work published on UKEssays.com then please:

Related Services

Our academic writing and marking services can help you!

Prices from

£124

Approximate costs for:

  • Undergraduate 2:2
  • 1000 words
  • 7 day delivery

Order an Essay

Related Lectures

Study for free with our range of university lecture notes!

Academic Knowledge Logo

Freelance Writing Jobs

Looking for a flexible role?
Do you have a 2:1 degree or higher?

Apply Today!